De kweek met de japanse
nachtegaal
Na de vogels verzorgd te hebben is
het heerlijk om achterover te leunen, genietend van de beestjes, zeker als het
seizoen geslaagd genoemd mag worden. Met 3 jonge Japanse nachtegalen die nu
goed door de rui heen zijn, wil ik mijn fokverslag voor U beginnen.
Onlangs kocht ik een paartje voor in mijn gezelschapsvoličre erbij. De
importnachtegalen schatte ik een jaar of 3 oud. In het vogelverblijf, bestaande
uit binnen- en buitenvoličre, hield ik putters, een roodoorbuulbuul, een
vinksnavelbuulbuul, blauwfazantjes en spotlijsters. De vogels waren het hele
jaar door in elkaars gezelschap.
De voličre ligt ietwat westelijk naar het zuiden met veel zon dus. In de niet
overdekte buitenvoličre ligt de bodem bezaaid met dorre en rottende bladeren
waar de vogels naar hartelust in rommelen op zoek naar iets lekkers. Als
beplanting dienen coniferen, vuurdoorn en bamboe. Buiten is de voličre 10 m.
lang, 1,80 m. breed en 1,80 m. hoog. De binnenvoličre is 2 x 2 x 2 meter.
De man van de Japanse nachtegalen zong luidkeels, terwijl de pop dit met een
soort pie-wiet en zacht krassend geluid beantwoordde. Dit was voor mij als
baltsgedrag duidelijk waarneembaar. Tegelijkertijd waren ze volop bezig met een
keurig bouwsel van hennepvezel.
Het eerste ei dateerde van 4 mei. Het complete legsel bestond uit 3 eieren, die
achter elkaar gelegd werden. Alle bevrucht hetgeen ik kon waarnemen tijdens de
nestcontrole. Protesterend alsof er brand in de tent was moesten ze mij even
laten begaan. Na afloop kwam de rust weer snel terug. De eieren hadden de
grootte van die van een kanarie. Plusminus 17 x 12 mm. Ze waren wit met bruine
spatjes aan de stompe kant en hadden enkele vlekjes, regelmatig over het ei
verdeeld. Er werd 13 dagen afwisselend gebroed. De Japanse nachtegalen waren
niet agressief naar de andere vogels toe. Evenmin nadat de jongen geboren
waren.
De 3 jongen van het eerste legsel kwamen gelijktijdig uit. Dit was overigens
niet zo bij het tweede legsel. Van de 4 eieren waren er weer 3 bevrucht, ook 3
jongen, maar deze werden niet gelijktijdig geboren. Van dit tweede legsel was
mij verder niet geheel duidelijk wanneer de pop was begonnen met het legsel.
Samenvattend: beide keren 3 roze jongen met een weinig dons op hun lijfjes. Na
6 dagen gingen hun donkere oogjes open. Met uiteindelijk 2 volwassen vogels van
het eerste en 1 uit het tweede legsel. Als mogelijke reden van het doodgaan van
de 3 andere jongen dacht ik dat de ouders te min voerden. De nu volwassen
dieren groeiden normaal, konden na 5 dagen geringd worden met 3,2 mm en hadden
na 7 dagen veertjes. Na 12 dagen waagden ze hun grote sprong en verdwenen
voorgoed uit de ouderlijke woning. In hun jeugd was hun verenkleed dof grijs en
groen gekleurd.
Als voedsel verstrekte ik in hoofdzaak universeel plus fruit. Tijdens de opfok
werd hier uiteraard dierlijk voedsel aan toe gevoegd in de vorm van maden,
buffalowormen en meelwormen. De vogels kregen het voedsel op de grond
aangeboden.
Peinzend over wat voorbij is, over de manier waarop de vogels en dan met name
de Japanse nachtegalen het gedaan hebben, sluit ik en wens U bij dezen net
zoveel succes toe